Het wordt echt onderschat. Ik hoor dingen met de beste bedoelingen, bijvoorbeeld: ‘Ik zou niet zo bovenop mijn kinderen moeten zitten. Geen curling-ouder zijn. Het veel meer mogen loslaten’. Mijn gedachte is dan direct: Ga dat dan maar eens ‘even’ doen dan. Veel patronen worden al jarenlang in families doorgegeven. Noem het karakter, noem het zo ontstaan door omstandigheden, dat maakt niet zo gek veel uit. Jouw moeder deed het, je oma deed het en haar moeder vast ook. En dan denk jij dat je dat op een zondagmiddag kunt doorbreken door alleen maar te denken: ‘Weet je wat, ik laat het gewoon even los’. Het is tot diep in je cellen aanwezig.
Kun je het wel doorbreken dan? Zeker wel. Maar veroordeel jezelf niet als het niet zomaar even lukt omdat je niet over de juiste mindset zou beschikken en dat jij faalt omdat anderen het wel allemaal kunnen. Dat veroordelen van jezelf is trouwens ook zo’n diep geworteld patroon. Wat mij helpt, is het besef dat ik weet dat ik het voor mijn kinderen oplos. Zodat zij er geen last (meer) van hebben. Dat zij, datgene wat ik nu aan het aangaan ben, later niet aan hun kinderen doorgeven en dezelfde onmacht voelen als ik voel. Ik zie mijn familielijn voor me en bedank iedereen voor de lessen die door de jaren heen wel opgepakt zijn. Daar haal ik de moed vandaan om toch door te gaan na al die keren dat het me niet lukt.
Een verandering gaat vaak heel geleidelijk en zit hem in het zien van de hele kleine successen. Die keer dat je een nieuw gerecht kookt en daar zo in opgaat dat je jouw kinderen hun eigen gang laat gaan. Die keer dat je in bed blijft liggen terwijl je kinderen beneden samen spelen. Die keer dat jij je kind zelf naar huis laat fietsen in plaats van ophaalt. Voor die successen heb ik aandacht en daar doe ik zelfs een vreugdedansje voor met de familielijn die nog na mij gaat komen. Want alles wat ik nu op pak, blijft niet meer voor hen liggen. Dan is er alle ruimte om te blijven dansen.